zaterdag 21 januari 2012

Dieren

Iedereen met kleine kinderen kent het waarschijnlijk. Om de zoveel tijd is het weer zover. Je kind wil een dier. Het dierenquotum varieert. Op dit moment is het matig, 2. Maar een paar jaar geleden hadden we er 10. 6 geiten, 2 katten en 2 honden. Alleen de honden zijn over.
Mijn jongste van bijna 5 heeft bedacht dat hij een schildpad wil. 
Ik heb hem subtiel doch duidelijk gezegd dat als er een schildpad het huis inkomt dat papa dan in het duurste hotel van ons bergdorp gaat zitten, compleet met wellnessbehandelingen en detox.
Voor de geest kwamen me weer de konijnen die ik gratis in IJmuiden kon afhalen, -2 dat is gezelliger voor ze- en die ik na een paar weken moest zien creperen door een mysterieuze darminfectie. De agonie van het laatste beestje duurde een hele nacht. Liggend op de zij, zwaar ademend onder een dekentje tegen de kou.
Toen het licht werd was het gelukkig voorbij.

Je haalt niet alleen dieren in huis, maar ook hokken, voer, draaimolens, watergeefinstallaties, handboeken, kortom kosten, kosten, kosten.
De behoefte aan een hamster komt 1 keer per 2 jaar langs. Ik ben er nu 2 keer ingetrapt, maar sta op scherp voor de 3e keer, ik laat mij niet meer ringeloren, door de onweerstaanbare maar bedrieglijke glimlach van mijn eigen kinderen.
Het beestje wordt gekocht, 2 dagen is het een hype en wordt ervoor gezorgd en daarna is het vergeten. Het is hetzelfde als met speelgoed. De Wii was 2 dagen hot en staat nu grijs van het stof in een hoek.
De zorgplicht gaat over op de ouders. De laatste hamster werd door ons in de zomer losgelaten in het bos, is dat verkapte moord?, de parafernalia opgeruimd. De eerste zoon kwam er pas 3 weken later achter, zo diep zat de liefde.
En nu dus een schildpad. Voor mijn geestesoog zie ik terraria, infraroodlampen, instructieboeken en het trage beest dat niet geschikt is om aangehaald te worden.
In het centrum van je huis een fremdkörper met een luchtje, waar na een paar dagen niemand nog naar omkijkt, behalve de ouders die hem in leven moeten houden.

Toen mijn zoon geconfronteerd werd met mijn onverzettelijkheid, barstte hij uit in tranen en liep naar de armen van zijn moeder in de keuken, die de mogelijkheid nog had opengehouden.
Zometeen gaan we verder met een sneeuwpop maken.
De schildpad is voorlopig vergeten.
Benodigdheden: een wortel, 5 steenkooltjes, een oude sjaal, een bezem, een pan of hoed.
 

woensdag 18 januari 2012

Dialoog tussen Kapitein Schettino en De Kustwacht bij ramp Costa Concordia

(transcript van de dialoog tussen kapitein Schettino en commandant Di Falco van de kustwacht. Met dank aan SkyNews.)

Commandant van de Kustwacht Di Falco
Hier Di Falco uit Livorno. Spreek ik met de kapitein?

Kapitein Schettino
Ja, goedenavond commandant Di Falco.

Kustwacht
Kunt u uw naam zeggen?

Kapitein
Ik ben kapitein Schettino, commandant.

Kustwacht
Schettino?

Kapitein
Ja.

Kustwacht
Luister Schettino. Er zijn mensen die vastzitten in het schip. Jij gaat nu met je sloep terug naar de voorsteven.
Er is een touwladder. Jij gaat die ladder op en terug aan boord.
Jij gaat aan boord en dan ga jij mij vertellen hoeveel mensen er nog zijn. Begrepen?
Ik neem dit gesprek op, kapitein Schettino.

Kapitein
Goed, commandant.
Maar luister naar me.
Commandant, op dit moment maakt het schip slagzij.

Kustwacht
Dat snap ik.
Stop, luister naar me. Er zijn mensen die die ladder afkomen. Jij gaat die ladder nu op,  jij gaat aan boord en jij gaat mij vertellen hoeveel mensen er zijn en wat er aan de hand is. Is dat duidelijk?
Jij gaat me vertellen of er kinderen zijn, vrouwen of mensen die hulp nodig hebben. En jij gaat mij van elk van deze groepen vertellen hoeveel mensen er zijn.
Is dat duidelijk?
Luister Schettino, je hebt jezelf gered, maar ik zal er voor zorgen dat je problemen krijgt. 
Ga aan boord.

Kapitein
Commandant, alsjeblieft...

Kustwacht
Nee, niks alsjeblieft.
Je gaat nu aan boord.  Geef me de garantie dat je aan boord gaat.

Kapitein
Ik vaar met de reddingssloep. Ik zit hier beneden.
Ik ga helemaal nergens naar toe.

Kustwacht
Waar ben je mee bezig, kapitein?

Kapitein
Ik ben vanaf hier de reddingsoperatie aan het coordineren.

Kustwacht
Wat ben je aan het coordineren? Ga aan boord en coordineer de reddingsoperatie vanuit het schip. Weiger je dat?

Kapitein
Nee, ik weiger niet om aan boord te gaan.

Kustwacht
Weiger je om aan boord te gaan, kapitein?
Vertel me de reden waarom je niet aan boord gaat.

Kapitein
Ik ga daar niet naar toe omdat er een andere sloep ligt.

Kustwacht
Jij gaat aan boord. Dat is een bevel. Je hoeft geen andere opdracht uit te voeren.
Jij hebt het bevel 'verlaat schip' gegeven. Nu ben ik de baas. Jij gaat aan boord. Is dat duidelijk.

Kapitein
Commandant.

Kustwancht
Hoor je me niet?

Kapitein
Ik ga aan boord.

Kustwacht
Jij gaat. En je belt me meteen als je daar bent. Onze hulpdiensten zijn daar.

Kapitein
Waar zijn je hulpdiensten?

Kustwacht
Mijn mannen zijn bij de voorsteven. Ga. Er zijn al doden, Schettino. Ga.

Kapitein
Hoeveel doden zijn er?

Kustwacht
Weet ik niet. Ik geloof één. Jij moet mij dat, godverdomme, vertellen.

Kapitein
Maar realiseer je je dat het donker is en dat we niks kunnen zien.

Kustwacht
Wat wil je dan? Wil je naar huis, Schettino?
Ga naar de voorsteven via de touwladder en vertel me wat er moet gebeuren, hoeveel mensen er zijn en wat ze nodig hebben. Nu.

zondag 15 januari 2012

Het Noodlot

De wurggreep van de winter is onomkeerbaar. In vertraagde pas door de sneeuw bewegen. Minutenlang aankleden. Laag voor laag. Minutenlang uitkleden. Laag voor laag. De honden krijgen geen water meer. Dat bevriest. Ze eten sneeuw. De sneeuwschuiver doet de oprit en komt vast te zitten in een greppel. De opgewonden banden draaien zich steeds dieper vast in de modder. De smeer en olie ruiken naar overmoed. Er moet een tractor worden geregeld. De buurman heeft een tractor. En altijd dorst. Dus die wil wel helpen. De mannen van de sneeuwschuiver staan steeds uit een andere hoek te kijken naar hun gewonde apparaat. De buurman moet van boven komen, dus dat duurt wel een kwartier. Stonden ze net aan de voorkant, nu zitten ze op de zandstrooier aan de achterkant, en als ik me nu omdraai en wat sneeuw wegschep om net te doen alsof ik iets nuttigs doe, in deze lege minuten die de verlossing moeten brengen, zitten ze beiden op het dak een boterham te eten. De buurman brengt de trekker in positie en heeft een staalkabel van tandflos. Ik breng mezelf en de honden in veiligheid, want die kabel gaat als een zweep klappen, daar kan je vergif op innemen. Als een dokter die achter een stralingsvrije deur gaat staan bij het maken van de foto. Hij springt inderdaad, maar niemand raakt gewond. De honden en ik komen naar buiten. Met die sliert spaghetti lukt het nooit om die sneeuwschuiver te lichten. Ik heb dat nog niet gedacht of het ding komt in beweging, erop, erover en eruit. De schedel van de boer is niet doormidden geritst door de kabel. Lichtzinnigheid heeft gezegevierd. God bestaat. De buurman krijgt bier. De sneeuwschuivers ook. Iedereen is tevreden. Het noodlot had iemand anders op de korrel, vandaag. De tractor heeft een witte hoed.