In Heemstede was een Chinees met de naam Chin. Ind. Restaurant Tai Hao. De baas had in de jaren '50 en '60 in Amsterdam zijn zaak gehad. Mijn vader kende hem nog uit die tijd. Hij heette meneer Tsjang. We (moeder, zus en ik) werden vaak op vrijdag of zaterdag door mijn vader meegenomen naar Tai Hao. Het was de place-to-be in die jaren ('70/'80) en de mensen braken de tent af. Als je binnenkwam tussen 6 en 7 's avonds was er nooit plek. Dan werd je via een ijzeren wenteltrap die midden in de zaak stond naar boven gedirigeerd. Daar was een bar waar je alvast een drankje kon drinken. Lang hoefde je nooit te wachten. Hij bestelde altijd Haaiepinnesoep. Het was een grap waarom niemand meer lachte, maar die 'voor de flauwte' toch altijd weer moest worden gemaakt. Ik nam als hoofdgerecht Cow Low Yuk (koeloejoek). Hij Nasi Rames. Een portie sateh voor ons allemaal. Ik mocht een biertje en soms wel twee. Toe kregen we een bolletje vanille-ijs in een metalen coupe met een koeken waaiertje erin en een papieren pauw op stokjes. Meneer Tsjang kwam altijd uit beleefdheid in de loop van de avond even vragen of alles goed was en gaf ons een hand. Elke keer maakte hij hetzelfde compliment aan mijn vader, namelijk hoe groot ik wel niet was geworden inmiddels. Terwijl er ergens verderop een bedrijf aan het eten was, met schreeuwende en keihard lachende kerels die dropen van het vet en het zweet, zaten wij tevreden te eten met de familie. Op de tafels lagen spierwitte papieren tafelkleden die van grote rollen werden gehaald. Ik tekende altijd op het tafelkleed tijdens het eten. Nee, ik tekende na, want ik kan niet tekenen, de patronen die op het papier waren gedrukt in reliëf. Op de tafel werden een aantal rechthoekige rechauds neergezet. Die kwamen uit indrukwekkende warme kasten, en waren van zichzelf warm, zonder vlammetje eronder. Altijd weer moest ik mijn vinger er tegenaan houden en altijd was ik weer verrast over de hitte. Af en toe kwam er een dampende dronken vent langs die via de wenteltrap op weg was naar de wc. Dit leidde vaak tot hilarische taferelen als zo'n zelfde man op weg naar beneden zijn evenwicht verloor en half van de trap af viel. Had het bedrijf weer wat te lachen. In de loop van de avond werden de obers steeds luider toegeschreeuwd door de deelnemers aan het bedrijfsuitje en uiteindelijk werden die er discreet op geattendeerd dat zij niet alleen waren. Oh ja, en de jassen werden altijd opgehangen in de garderobe bij de ingang.
Bij het binnenkomen en weggaan werd je uit en in je jas geholpen.
Op internet echoot de naam Tai Hao als Heemsteeds restaurant nog wel hier en daar na, maar het bestaat niet meer. Er is zelfs geen enkele foto van buiten- of binnenkant te vinden via Google. Zou het dan toch allemaal niet gebeurd zijn?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten