In een straal van 100 kilometer kun je bij ons niet eten. Alsof het om een samenzwering zou gaan heeft elk restaurant dezelfde Traditionele Gerechten op de kaart staan. Alsof er maar 1 Kookboek bestaat. Langs de weg zie je borden met Pools Eten of Ons Eten of nog uitnodigender Ons Vreten. Blijkbaar appeleert dit aan een boereninborst van aanschuiven, de pullen aanstoten, naar binnen schuiven en naar het schijthuis lopen, ik weet het niet.
Wat staat er op de kaart?
Meelballen gevuld met smakeloos gehakt vlees, zoiets wat ze bij ons in de frikandellen stoppen, maar dan zonder zout. Of gewoon meelballen gevuld met meelbal met een smakeloze paddenstoelensaus. Of meelballen met een gat erin met een andere indifferente saus. Of iets wat kroket genoemd wordt, maar een meelrol is met smakeloos gehakt vlees erin, overgoten met ja, een smakeloze saus. Eigenlijk allemaal eten dat wij in het slechtste geval aan baby's geven. Zacht, papperig en zonder smaak. Alle groenten zijn stukgekookt. Van 'al dente' hebben ze hun langzalzeleven niet gehoord. Niet aangemaakte rauwkost. Aanmaken wat is dat? Een variatie op de smakeloze vleessauzen is de zuivelsaus. Te pas en te onpas wordt yoghurt en mayonaise over het eten geflikkerd. Koude rode wijn en warme witte wijn. Ook sherry, port en cognac heet hier wijn. Alles is wijn. Je hebt geluk als je een fles droge witte of droge rode wijn aantreft. Veelal is het muscaat-achtige bocht uit Bulgarije of Kroatie. Bier dat niet goed gekoeld is omdat het geld kost om de ijskast aan te zetten. De bediening is in de meeste gevallen uitgestreken, ongezellig en vijandig.
Onnodig te zeggen dat men van smaakharmonie geen kaas gegeten heeft. Eten wordt lukraak of volgens dat ene kookboek bij elkaar gedaan en dat moet dan lekker zijn.
Men heeft wel op plaatjes gezien hoe in het Westen het eten eruit ziet, dus in het beste geval krijg je een visueel kunstig gecomponeerd bord voor je neus, waar vervolgens geen touw aan vast te knopen is. Het oog wil wat, maar de tong is een leugendetector.
Hieronder een aantal gerechten waarbij de Poolse ziel gaat gloeien van trots maar die niet meer zijn dan proletarische happen.
Rosół, heldere kippesoep. Hier wordt hoog over opgegeven (wordt op huwelijken en communies geserveerd), maar het stelt niks voor.
Bigos. Een warme zuurkool-vleesschotel. Dit is nog best lekker, maar het blijft een prutje.
Flaki. Varkensdarmensoep. Klinkt heel smerig. Textureel is het dat ook. En het stinkt naar stront.
Pierogi. De al genoemde gevulde meelzakjes, groter dan tortellini, en gevuld met aardappelprut, paddenstoelenprut, of jam. En soms gebakken en overgoten met een boter-, uiensaus. Als je er 1 van eet, kijk je naar je bord en vraag je je af waarom je door zou gaan.
Summa summarum is er een tendens om alle natuurlijke smaken te dempen met stukgegookte pasta of saus. Je eet dus vooral prut. Het naar boven halen van natuurlijke smaken en het ook mogen zien van het product in zijn primaire vorm zoals in de volwassen Westerse keuken begrepen is, dat idee kan hier niet op maatschappelijk draagvlak rekenen.
Het proletarische eten is te dierbaar. Ook Polen die reizen zijn niet op andere gedachten te brengen. Het ronken over de eigen keuken is een hardnekkige blinde vlek.
(Hoe boerenkeukens kunnen verschillen. De Franse keuken is van origine ook een boerenkeuken. Maar de ene boer is de andere niet.)
Tot slot nog de opmerking dat bij Polen enig vermogen tot zelfreflectie als het gaat om het duiden van hun keuken ontbreekt. Men likt zijn vingers er bij af. Het zal nog wel een generatietje of wat duren voordat men de eigen keuken in het juiste perspectief durft te zien. Je moet ook niet teveel dingen tegelijk willen veranderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten