In 1989 zat ik op de Toneelacademie. De Telegraaf slingerde ergens op een tafel in de kantine. De televisie stond op MTV met een huilende Sinead. Nothing compares to you. De regen sloeg tegen de ramen. Het amfitheater lag er donker en troosteloos bij. Een paginagrote foto van mensen op de muur. Niemand leek acht te slaan op die foto. Maar ik kon niet stoppen met ernaar te kijken. Ik was 7 jaar eerder al in de DDR geweest, dus misschien leefde het voor mij wat meer. Van het 'Wir sind das Volk' dat in Leipzig op een plein door de mensen werd gescandeerd gingen de haren op mijn armen recht overeind staan. Opeens werd de o zo belangrijke Toneelacademie met zijn genadeloze afvalsysteem heel klein. Het gepraat over rollen en leraren, het vermogen of onvermogen je kwetsbaar op te stellen, het voorrecht om je helemaal te focussen op je al of niet aanwezige 'innerlijk landschap' schoof naar de achtergrond. In Duitsland gebeurde het. Misschien wel de grootste historische verschuiving van na WOII. En studenten bestelden nog een broodje bal gehakt bij Mia en zaten te zeuren over het weer. Voor mij was het een uitkomst: met dat toneelspelen wist ik het allemaal niet zo. Ik had er geen greep op. Kon er geen afstand van nemen. Kon het geen plek geven. Was er bang voor.
Bij wat er gebeurde in Berlijn voelde ik me veilig. Dit was mijn ding. Als kleine jongen was ik al gefascineerd door die ondoorgrondelijke Tartaarse trekken van Breznjef. Die onbegrijpelijke stijfheid. Dat dodelijke formele. Ik haatte de zichtbare zelfgenoegzaamheid van de communistenleiders uit de grond van mijn hart en had diep medelijden met de mensen die onder de politburo's moesten lijden. Ik kon nu een rekening vereffenen. Zelf helpen de muur af te breken en de mensen steunen die daarmee bezig waren.
De vaagheid van de Toneelacademie voor een paar dagen verruilen voor een glasheldere missie.
Ik wist dat dit alles bol stond van de, misschien wel valse, pathetiek, maar dat kon me geen ruk schelen, dan maar pathetisch. Ik had lucht nodig. Berliner Luft.
Ik kreeg 3 andere studenten zover om met mij een auto te huren en we reden op zaterdag 18 november 's middags weg. We waren rond 22.00 uur bij Helmstedt en daar begon het al: ellenlange rijen puffende Trabanten met opgewonden Ossies gingen de andere kant op. Misschien doen ze morgen de grens weer op slot. Seize the moment. Wegwezen zolang het kan.
Diep in de nacht kwamen we aan in Berlijn.
We hadden gehoord dat je moest zijn bij de Potsdammer Platz. We parkeerden de auto in de buurt. Ossies stonden in de rij bij de bank voor hun welkomstpremie van 100 D-Mark. Op zondag!
Je hoefde niet eens te vragen waar een gat in de muur was, want je hoorde de hamerslagen van ver in het beton ketsen. We volgden het geluid en kwamen uit bij een gat. Ik vroeg aan iemand een hamer en begon zelf in de Muur te bikken. De stukken muur heb ik nog in een doosje.
Applaudiserende West-Berlijners bij het binnenkomen van Oost-Berlijners die het Westen binnengulpten alsof ze geboren werden. Ja, het was een geboortefeest. Mensen waren uitzinnig. Rafelig, armoedig en in foute spijkerbroeken werden de Ossies als helden op de schouders geslagen. Huilen, lachen, ongeloof. Het is niet waar. Dit is een droom. Dit gebeurt niet. Nog een keer krijg ik een hamer in mijn hand geduwd. Nog een keer beuk ik de muur aan stukken. De splinters vliegen langs mijn gezicht. Droom ik? Met elke hamerslag probeer ik mijzelf te wekken uit de droom waaruit ik niet wakker wil worden. Laat het geen droom zijn. Laat het geen droom zijn. Dit. Verdomde. Stuk. Be. Ton. Moet. Ver. Splin. Terd. De Vopo's stonden erbij en keken ernaar. Niet gewend aan een rol in de marge. Nog steeds kon er geen lachje vanaf. Ze zullen wel gedacht hebben. De wereld is gek geworden. Ons koren gaat wel weer eens bloeien. Voor elke onderdrukker zijn er wel handlangers te vinden.
De vrolijke anarchie van die dagen eind november 1989 moet voor de Oost-Duitsers een cultuurschok zijn geweest. Iedereen loopt door elkaar. Massa's mensen. Er is geen politie en dat gaat zomaar goed. Onbegrijpelijk. Is dat vrijheid?
Verdere herinneringen zijn onzichtbaar in de mist van de tijd.
Dat we terugreden van de Grote Wereld van Berlijn naar de Kleine Wereld van de Toneelacademie in Maastricht, weet ik nog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten