Hij schrijft niet meer. Uit zijn pen kwamen alleen nog woorden als stront, kont, kut en kit. Wilde hij het professoraat bezingen van meneer Peereboom -taart-. De vogel op de rand van de goot -trut-. Het kind met bloedende knie -gort-. De betweter door wie alles goedkomt - hals-. Geteisterd werd hij door een ingang die een uitgang wilde zijn. Een aarsmond. En om dit geouwehoer de kop in te drukken gooide hij zijn bovenanus vol met stoere drank op de schouders geslagen door collega-mafketels.
Als hij rond 4 uur naar huis strompelde was er nog 1 woord dat erin paste -FEBO-.
Hij zou beter in de Amstel kukelen. -zorg- -vliedt-
Geen opmerkingen:
Een reactie posten