In de ijzerhandel zit een vrouw achter de toonbank als achter het loket van een postkantoor. Ik leg een hamer voor haar neer. Zonder mij een blik waardig te keuren zegt ze 10 zlotie 90. Ik graaf in mijn zakken en diep het geld eruit op. Leg het naast de hamer. Een minzaam 'Hm Hm' klinkt. Ze spreidt het biljet voor zich uit en legt elke munt apart voor zich neer. Een plechtige stilte valt. En daarna het oordeel 'Pinjonski som', het geld is er. Een blik alsof ik zojuist geslaagd ben voor mijn Staatsexamen. Of dat ik ben toegelaten tot het Beloofde Land omdat mijn documenten in orde zijn.
Met het gevoel Een Bevoorrecht Mens te zijn verlaat ik de winkel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten