Een paar dagen al ben ik mijn bril kwijt. Ik ben niet blind zonder bril, dus ik red me wel. Doe van alles. Maar soms heb ik zo genoeg van de waas voor mijn ogen, dat ik maar weer een zoekactie start. Dezelfde vaste plekken, waar ik altijd mijn spullen parkeer, uit de wind van vrouw en kind.
Ik ben vaak een dief van mijn eigen portemonnee. Zie dat ik een schroevedraaier heb laten slingeren omdat de telefoon ging, of een bankpas omdat ik mijn vrouw moest helpen. Gretig en nerveus als een crimineel gris ik mijn eigen spullen weg uit de gevarenzone, ja de gevarenzone, want voordat je het weet zie je ze nooit meer terug, verdampt, poef. En als je er naar vraagt, moet je ook nog het bestaan ervan bewijzen. Een blauwe portemonnee? Welke blauwe portemonnee? Had je een blauwe portemonnee?
Het bestaan van de bril is te onomstotelijk om het te kunnen ontkennen. Misschien moet ik de bank in de woonkamer opzij schuiven. Dat is de geheime plek van mijn zoon van 4. Of een zieligheidscampagne lanceren zodat een ieder verdacht is op het aantreffen van mijn kijkglazen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten