Voor jarenlang verzet tegen de gevestigde orde werd hij beloond met een fikse beroemdheid. Hij had het wel zien aankomen, maar dat het zo aanstekelijk was, verraste hem desalniettemin.
Nu was de vraag, hoe kom ik ervan af.
Doorgaan met beledigen maakte hem alleen maar populairder. Ook het matigen van zijn toon zou slechts worden gezien als een verkapte vorm van hetzelfde. Het zou als minachting worden opgevat en net zo worden gevreten, als het geschreeuw waardoor hij op het schild was gehesen.
Hier moest uit een ander vaatje worden getapt.
Overdonderd door zijn nieuwe status had hij een paar interviews gegeven, was er een cameraploeg in zijn tuin geweest en was hij gebeld door redactrices wier stemgeluid zijn hart sneller had doen kloppen.
Zijn geloofwaardigheid had hierdoor al wat butsen opgelopen. Het schoppen tegen de gevestigde orde zou niets anders zijn geweest dan een hefboom voor beroemdheid? Al die strapatsen, verongelijktheid en scherpslijperij zouden een trucje zijn geweest om zich te laten inlijven in de paleizen van de uitverkorenen?
Was al dat gif uit hem gestroomd om zijn ballen te offeren op het proscenium van de verhevenheid?
Kon hij een modus vinden om aan deze inlijving te ontkomen, om de onschadelijkheid terug te draaien, zijn mannelijkheid terug te vorderen?
Hij moest niet over een nacht ijs gaan.
En toen wist hij het.
Ik ga de beroemdheden die mij in het volle licht hebben geplaatst beledigen. Niet in het algemeen. Maar op de man. Ik ga zeggen ik weet niet waarom ik in uw stomme programma zit, uw trendy blaadje help te vullen, uw zelfgenoegzame radiouitzending luister bijzet. Ik weet het niet. Ik weet niet wat mij bezielde. Het was de bedoeling tegen u aan te trappen. Een marginale figuur te blijven. Ik wilde gehoord worden. Daarom heb ik uw uitnodigingen geaccepteerd. Maar ik wil uw vriend niet zijn. Ik walg van uw tevredenheid met uw scherpzinnigheid, maar ik walg bovenal van uw kaste van beroemdheden die zich verheven voelt boven de naamlozen en die zich gelegitimeerd weet door een leger uitgeputte slaven die 's avonds geen pap meer kunnen zeggen en apathisch alles opzuigen wat u zegt.
Hij zou worden uitgekotst, genegeerd en vergeten.
Zo zou hij het doen.
Hij zou terugvallen in naamloosheid en voortaan schrijven voor naamlozen die geen gek mannetje van de radio nodig hadden om hen te vertellen wie er leuk is en wie er stom is.
Een communistenleider après-la-lettre die de massa met ondergrondse missives wil opstoten in de vaart der volkeren. Een dictator die, eenmaal aan de macht, alle media verbiedt, en zelf een nieuwe bijbel schrijft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten