Hij werd vaak in de vakantie ziek. Een paar dagen vrij. Dan 1200 kilometer in de auto naar Zuid-Frankrijk en dan een hele week met helse hoofdpijnen op bed in een verduisterde kamer. Of de eerste dagen in de felle zon zijn voeten zo verbranden dat hij de rest van de vakantie onder een parasol zat met zijn voeten in een bad met karnemelk. Of skieen. De eerste dag zich zo forceren dat hij 3 dagen lang de blaren op zijn voeten moest verzorgen.
Een keer viel hij op wintersport. Hij wandelde op een bospad naar een cafe, kwam terecht op zijn achterhoofd en was zijn reukvermogen definitief kwijt. In Nederland liet hij zich voor alle zekerheid onderzoeken. Hij bleek een hersenschudding te hebben en werd opgenomen. Hij was een week totaal uitgeschakeld. Maar zo ziek en afwezig dat je dacht, die blijft nog een maand liggen. Staat hij ooit nog op? Maar toen gebeurde dit. Er was iets belangrijks op zijn werk waarbij de directeur niet gemist kon worden. Hoe hij het deed weet ik niet maar hij kwam op zondag strompelend uit het ziekenhuis en op maandag sprong hij als een kievit zijn bed uit en ging strak in het pak en patent geschoren naar zijn werk alsof hij nooit anders had gedaan. Die overgang werd nooit door hem uitgelegd. Je zou verwachten dat hij erop terug zou komen, maar blijkbaar zag hij het uitgeschakeld zijn en het zich hernemen als een uiterst particuliere aangelegenheid. Het werd gepresenteerd als een voldongen feit en dat was het dan. Het kan zelfs zijn dat ik er nog eens naar gevraagd heb. Dan werd hij niet boos, maar woof de vraag soeverein weg alsof ik naar iets op zoek was wat helemaal niet bestond. Ontkenning, dus. Maar het verschijnsel was absoluut mysterieus en behoefde uitleg, dat moet hij ook hebben geweten. Misschien was het voor hem te confronterend om gewezen te worden op de pijnlijke plicht van het kostwinnerschap en liet hij daarin niemand toe. Immers er was toch niemand die hem kon helpen, dat zag hij misschien wel juist.
Maar behalve mysterieus, was zijn vermogen tot wederopstanding ook komisch. Je glimlacht er radeloos om omdat de afloop goed was en je niet wilt blijven doorzeuren over ziektes.
Zijn schaduw vooruitwerpen is een gevleugelde uitdrukking. Zijn schaduw achteruitwerpen is niet courant. Toch is het zo dat toen hij een paar jaar later stierf, de schaduw van het aftakelen tot de dood achteruit geworpen werd naar wat ik heb beschreven over de val op de wintersport. Of anders, de val en de nasleep daarvan was in een flits wat ons later in het kwadraat zou overkomen maar met een andere afloop. Alsof de sluiter van de camera even opengaat en je de afschuwelijkheid van wat komen gaat ziet en voelt, maar bliksemsnel weer verdwijnt. Door de val op de wintersport waren we onbewust voorbereid op zijn dood. Het was de proloog van zijn sterven.
De hersenschudding was de sneak preview van de hersentumor. Nee, door de hersentumor kreeg de val op de wintersport met terugwerkende kracht betekenis.
Ook het sterven had een komisch aspect. Het ging snel. Een maand. Het was allemaal topzwaar en inktzwart. Dat je de neiging had te zeggen: dit is een grap, toch? Hij is niet ziek. Morgen is hij weer bij verstand, staat hij op en gaat naar zijn werk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten