We kochten deze berg in het begin van deze eeuw. We hebben er na een paar jaar een huis op gebouwd. Het was een kille ontvangst. Er was nauwelijks water. En alle pompen die het beetje water naar boven moesten stuwen, hielden er na een halfjaar mee op. Het water is rood van de metalen en kan hooguit als douchewater dienen. Mijn werkkamer heeft ramen in de richting van het Noorden, in de richting van de Baltische Zee. Aan de andere kant ligt Tsjechie, de Middellandse Zee, Afrika. De uitzichten zijn 's zomers adembenemend. Je blik scheert als een valk diep over de dalen. De winter geeft geen uitzichten en smeert alles dicht. Vanaf december tot eind februari regeert hij. De contouren van je huis vervagen. Alles vervaagt. In het dorp beneden zie je niemand meer. Je kunt niet meer denken. Zet wat thee. Stookt de kachel nog eens op. Overleeft. Het is zo dat Slavische volkeren zich 's winters opsluiten en zich pas weer laten zien als de sneeuw gaat smelten. Natuurlijk liggen ze niet allemaal aangeschoten op de kachel te soezen, maar je zal ze de kost geven die aangeschoten op de kachel liggen te soezen. Alles ligt stil. Er is geen restaurant waar je kan eten. Het is veel te koud om buiten te werken. Hoe ze hun brood verdienen is een raadsel. Ze hebben moestuinen waar ze de zomers in scharrelen. Ze maken alles in. Potten op. Houden in. Zoetzuurzoute groenten en wat het bos geeft. Paddestoelen en bessen. Een stug slag. Mensenschuwe kabouterachtigen.
De berg wilde ons terugduwen naar de beschaving. Niet dat we de beschaving niet wilden. We wilden pas terug nadat we de berg zijn plaats hadden gewezen. We gingen bomen kappen, hout hakken, geiten houden, vuur stoken, een vijver uitdiepen en ons niks aantrekken van de berg die aan ons een broertje dood had.
We hebben tientallen houten hekken versleten. Als je niet weet hoe je een paal in de grond moet slaan valt hij om. Of hij breekt. Of knakt. Of gaat schuin staan. Gebeurt dat 's winters dan doe je niks. Je kunt niet bewegen. Alles zit vast. Pas in het voorjaar bepaal je de schade. En je begint van voren af aan.
Vorig najaar groeven we een nieuwe put. Geen diepe van 45 meter, maar een van 5 meter. Het water gutste erin. Geen rood water. Helder drinkbaar water. De put zit altijd vol. Ook als je er water uithaalt. Een hoorn des overvloeds.
De berg is het treiteren moe. De groentijd is over.
Het is voorjaar. Alles bloeit. We hebben een vlaggenmast in de berg geboord. Een Nederlandse, een Poolse en een Amerikaanse vlag gekocht die om en om fier staan te wapperen. We maken het hier af. En dan peren we hem. Een ondraaglijke lichtheid tegemoet.
Dag Filip,
BeantwoordenVerwijderenMijn dochter is een van de initiatiefneemsters van de blogrevival van vorige week. In dat kader ben ik op jouw blog terecht gekomen. Polen was het woord dat me intrigeerde omat mijn vader uit Polen kwam en mijn moeder uit de Oekraine. Door de oorlog waren ze in Nederland terechtgekomen en zo leuk vonden ze Nederland niet, vooral mijn vader had nogal wat moeite met De Nederlanders. Ondertussen is hun leed geleden: ze zijn resp. 10 en 14 jaar geleden overleden.
Je blogs doorlezend herkende ik het perspectief van de "buitenlander": alles is anders (en "fout")en ik vroeg me af waarom je in Godsnaam, vrijwillig, in zo'n oord bent gaan wonen, want dit gedeelte van Polen kan ik niet anders benoemen dan met het woord oord.
Het antwoord stond in een van je blogs: je bent met een Poolse getrouwd. Maar waarom net op deze plek gaan wonen? Volgens mij is deze plek echt niet representatief voor de rest van Polen: een groot land, met een lange historie, met verschillende streken, met mensen die het gewend zijn om te "overleven". De laatste jaren ben ik vaak in Krakow en omgeving geweest: heb daar heel andere ervaringen opgedaan dan die hier verwoord staan. Ik spreek de taal vloeiend en ben natuurlijk "Pools" opgevoed, misschien scheelt dat. Ook ben ik vaak op het platteland van mediterrane landen geweest: de bevolking gedraagt zich daar ook zo als er een vreemde auto aankomt: Kijken tot hij weg is. Waarom? Nieuwsgierigheid: eindelijk gebeurt er iets dat de dagelijkse sleur doorbreekt. Oergevoel: wat moet die vreemdeling hier? Is het iemand die kwaad in de zin heeft? Of is het iemand die geholpen moet worden? Zelfs in Drenthe of de provincie Groningen reageren de autochtonen zo. Echt waar! In steden ga je echt niet bij iedere auto opkijken: je hebt wel wat beters te doen, maar stel dat er een paard langskomt in een stad of een olifant. Wat is dan de reactie?
Winnen van de berg en hem dan peren? Mag ik je/jullie een goede raad geven: peer hem zo snel als je kunt, zolang je benen je nog kunnen dragen en je verstand het nog redelijk doet.
Je kunt niet winnen van bergen en je hebt kennelijk de mentaliteit niet van de oude mensen die langzaam doorlopen en doorlopen en alles kunnen ontwijken totdat ze eindelijk door de dood worden ingehaald. Zij zijn van daar en het product van "the survival of the fittest", degene die zich aanpast overleeft.
Als voormalig (?) regisseur ligt het waarschijnlijk niet in je aard om je aan te passen. Hekken, vlaggenmasten, gelukkig een fatsoenlijk water producerende put: rekwisieten en decor en je weet zelf maar al te goed wat daar de functie van is. De berg blijft, de rest is gedoemd te verdwijnen (one way or another).
Gelukkig wordt het nu zomer, maar denk aan de komende winter en denk vooral aan waar je/jullie mee bezig zijn en hoe lang dat nog vol te houden is.
Sterkte. Wszystkiego najlepszego. Pozdrawiam.
Zosia. PS: ik twitter en blog niet, vandaar anoniem.
Droga Zofia, dank voor je reactie. Ik ben het niet met je eens, maar ga niet op deze plek met je welles nietesen.
BeantwoordenVerwijderenZupa nie będzie jedzona tak gorąca jak serwowana, of is dat geen goed Pools?
Też pozdrawiam.
Pa, Filip (oranska@oranska.com)
Drogi Filip,
BeantwoordenVerwijderenJe reactie klinkt gelukkig een stuk vrolijker dan je blogstukjes! Zolang de soep smaakt moet je hem natuurlijk (niet te heet) blijven eten:-))
Smacznego!
Zosia.