In mijn huis is een muur die schreeuwt om een tekst. De muur is aan een kant van het trappenhuis, bij een raam met uitzicht op een bos. Ik ben al maanden allerlei teksten aan het lezen die mogelijk geschikt zouden zijn om erop te zetten. Er is een website muurgedichten.nl waar inspiratie uit te putten is. Het valt me op dat veel muurgedichten niet gemaakt zijn voor de muur, maar erop terecht komen omdat ze lekker kort zijn, wellicht iets met de straat te maken hebben of met intimiteit, die juist een contrast vormt met de openbare ruimte.
Hoe dan ook, ik zou willen dat mijn muurgedicht voldoet aan de volgende criteria.
-het moet tot denken aanzetten. Je moet erop kunnen kauwen. Ook als je er de honderdste keer langsloopt moet het nog de aandacht trekken.
-het moet energie geven. Ik wil niet naar een gedicht kijken waar ik op leegloop.
-het moet op de muur thuishoren, zoals een oproep, uitroep of hartekreet.
-het moet niet te literair zijn. Ik wil niet dat de toevallige lezer zich buitengesloten voelt door het taalgebruik. Hij moet de woorden kunnen snappen. Of hij de gedachte die erachter zit snapt of aanvoelt, dat is de reis die ieder voor zich moet gaan. Maar als hij het niet vat weet hij in elk geval dat het niet de woorden zijn die het begrip in de weg staan.
-het moet niet schreeuwerig zijn. Niemand leest graag geblaf.
-je moet het gevoel krijgen dat de muur spreekt, niet een dichter wiens gedicht op de muur is gezet.
-al min of meer gezegd, maar het moet inspireren, mobiliseren en activeren.
Zoiets als dit:
L'Chaim
Voor de moedige, die leeft omdat hij sterven kan.
Voor de arme die alcohol, sigaretten en God nodig heeft om het vol te kunnen houden.
Voor de zieke die door het noodlot werd aangewezen.
Voor de doden die wij elke dag deerlijk moeten missen.
Voor de levenden die bij ons zijn maar die we niet bereiken kunnen.
Voor de radeloze die alles begrijpt maar niet verlicht wordt.
Voor de natuur waaruit we voortkomen.
Voor de muziek die ons hart verwarmt.
Voor de levenslust die ons optilt en ons laat vliegen.
Mijn vrouw vond het mooi, maar geeft toch de voorkeur aan een lege muur.
Ha Filip,
BeantwoordenVerwijderenNiet opgeven, blijven proberen. Die muur vraag om een gedicht en die vraag mag niet onbeantwoord blijven. Ik heb twee suggesties, of een fragment daar uit. Een melangolische van Szymborska die past op de plek waar jullie wonen, of een mooi fel sonnet van Shakespeare himself over overleven (aren't we all).
En zo niet op de muur, dan toch maar mooi gelezen.
Hier zit ik dan onder een boom
aan de oever van een rivier,
op een zonnige morgen.
Een nietige gebeurtenis
die niet de geschiedenis ingaat.
Het zijn geen veldslagen en pacten
waarvan de motieven worden onderzocht,
of gedenkwaardige tirannenmoorden.
Toch zit ik aan de rivier, dat is een feit.
En nu ik hier ben,
moet ik ergens vandaan zijn gekomen
en daarvoor
op nog vele andere plaatsen zijn geweest,
net zoals veroveraars van landen
voor ze aan boord gingen.
Zelfs een vluchtig ogenblik heeft een rijk verleden,
een vrijdag voor een zaterdag,
een mei die aan juni voorafging.
Het heeft zijn eigen horizons,
even werkelijk als in de veldkijkers van bevelhebbers.
De boom is een populier die hier al jaren wortelt.
De rivier is de Raba die langer stroomt dan vandaag.
Het paadje is niet eergisteren pas
door de struiken gebaand.
Om die wolken te kunnen verjagen,
moet de wind ze eerst hierheen hebben gewaaid.
En hoewel in de buurt niets groots gebeurt,
is de wereld daardoor nog niet armer aan details,
niet minder gefundeerd, niet zwakker gedefinieerd
dan toen volksverhuizingen haar in hun greep hielden.
Niet alleen geheime komplotten worden in stilte gehuld,
niet alleen kroningen gaan van een gevolg van oorzaken vergezeld.
Rond kunnen niet alleen de jubilea van opstanden zijn,
maar ook de omspoelde steentjes aan de waterkant.
Dicht en verstrengeld is het borduursel van de omstandigheden. De steken van de mier in het gras.
Het gras dat aan de aarde is genaaid.
Het golfpatroon waardoor een twijgje wordt geregen.
Het is zo gegaan dat ik hier ben en kijk.
Boven me fladdert een witte vlinder in de lucht
met vleugeltjes die alleen van hem zijn
en over mijn handen vliegt zijn schaduw,
geen andere, niet zomaar een, alleen de zijne.
Wanneer ik zoiets zie, verlaat me altijd de zekerheid
dat wat belangrijk is
belangrijker is dan wat onbelangrijk is.
What potions have I drunk of Siren tears,
Distilled from limbecks foul as hell within,
Applying fears to hopes, and hopes to fears,
Still losing when I saw myself to win!
What wretched errors hath my heart committed,
Whilst it hath thought itself so blessed never!
How have mine eyes out of their spheres been fitted,
In the distraction of this madding fever!
O benefit of ill! now I find true
That better is by evil still made better;
And ruined love, when it is built anew,
Grows fairer than at first, more strong, far greater.
So I return rebuked to my content,
And gain by ill thrice more than I have spent.
Jan,
VerwijderenVoor het gedicht van Szymborska moet ik in een paleis gaan wonen...Het sonnet van Shakespeare ronkt me teveel - dat leidt af van de betekenis (=no pain, no gain) maar bedankt voor het meedenken.
Ik zet denk ik, gewoon mijn eigen tekst op de muur, als mijn vrouw aan het theedrinken is met vriendinnen. Kijken waar het schip strandt.