dinsdag 12 oktober 2010

Nav lezing Over Gewetensvrijheid van Femke Halsema (http://tinyurl.com/39bhqzt)
De derde weg van Femke Halsema is helemaal geen derde weg, maar dezelfde weg die leidt naar onduidelijkheid, oeverloze discussies en meer gepamper.

Met haar vaststelling dat de progressieven in het defensief zitten en dat links geen antwoorden heeft  (of tot nu toe niet wilde hebben) op het onderdrukkende karakter van de Islam, heeft Halsema twee punten. Maar welk (nieuw) antwoord probeert Halsema te geven?

“Ons komt ook de taak toe om de confrontatie te zoeken met die gelovigen, die islamitische voorgangers, die gewetensdwang uitoefenen op de minderheden in eigen kring. “

“Ons komt de taak toe” klinkt niet echt slagvaardig, maar wetenschappelijk-bureau-van-een-politieke-partij-achtig. Maar zo klinkt Halsema nou eenmaal. Toch verraadt deze toonzetting wel degelijk iets over de inhoud. Maar daarover later. En wat bedoelt ze met “de confrontatie zoeken”. Hoe doe je dat op zijn GroenLinks? Gesprekken voeren met repressieve imams of  ‘buurtvaders’, die vervolgens het helemaal met je eens zijn en daarna weer over gaan tot de orde van de dag en hun onderdrukkende gedrag. (Immers we weten nu genoegzaam dat er nogal wat ‘ruimte’ kan zitten tussen wat een moslim voor de buitenwacht beleidt en wat zijn werkelijke drijfveren zijn. Dit wordt ook aangemoedigd in zijn geloof. Je mag (moet zelfs) liegen en bedriegen als je geloof onder vuur komt te liggen. Dit heet Takiyya.) Dat gaat dus niet werken, want dat is meer van hetzelfde. Daarom spreekt de lijn Wilders veel kiezers ook aan, omdat hij harde proposities heeft, en hen voor voldongen feiten stelt, die dwingen tot een antwoord aan moslimzijde. Wilders dwingt de dwingers (moslims), omdat hij (wel) begrijpt welke taal ze verstaan.
Halsema zal niet slagen als ze niet met wat harders komt dan rekenen op de effectiviteit van ‘een stevig gesprek’.

“Er lijken ook maar 2 smaken. Je bent anti-religie en dan wil je godsdienst, ik bedoel natuurlijk de Islam, weren uit de publieke sfeer en het liefst uit heel Nederland. Je bent pro-religie en dat betekent in het gepolariseerde debat ook dat je een moslimknuffelaar bent en een relativist die de sharia wil invoeren (dit is een vrije vertaling van het werk van Wilders).”

Wilders is niet anti-religie, maar anti-onvrijheid. Maar zijn propositie lijkt anti-religieus, omdat hij weet dat in de slipstream van de tegenwerking van religieuze excessen, de vrijheid vanzelf (mee)komt. Een kwestie van goed kijken. De kwaal bestrijden en niet de symptomen.

“Ze [dertienjarige moslimmeisjes, red] laten zich verscheuren tussen de wens solidair te zijn met een Islamitische minderheid die zich verdrukt voelt en het besef dat binnen veel islamitisch geloofsgemeenschappen de positie van minderheden (bijv. vrouwen en homoseksuelen) treurig is.

Afgezien van het feit dat de dramatische toon die Halsema hier heeft een perfecte inzage geeft in de manier waarop zij het probleem op zichzelf projecteert, en tegelijkertijd in het onvermogen om met meer afstand naar de zaak te kijken, is het nog maar de vraag of 13-jarige moslimmeisjes dit besef hebben.
De islamitische minderheid voelt zich niet verdrukt, maar zegt dat ze zich verdrukt voelt. Dat is strategie, omdat men weet dat een slachtofferrol het goed doet in Nederland. Men gebruikt dit als schild om de aandacht af te leiden en met rust gelaten te worden in de uitoefening van hun geloof en alle onderdrukkende aspecten die daarbij horen.
Halsema veronderstelt een derde weg omdat ze lijkt te denken dat dit haar electoraal van pas kan komen. Het lijkt alsof ze visonair is. Het is leuk bedacht, maar de derde weg is doornig en troebel en het kan zijn dat er helemaal geen weg is, alleen maar in het hoofd van Halsema.

Al met al is de lezing van Halsema een schroomvallig pogen structuur te scheppen. Een theoretische verhandeling, maar geen handleiding waarmee je iets oplost.
De achilleshiel is de nuance en de fijnbesnaardheid, werktuigen die niets teweeg brengen in het daadwerkeijk oplossen van de problemen. Het is allemaal reuze verantwoord, reuze correct en rechtschapen. Alsof ze met een waterpomptang aankomt voor het afsluiten van een lekkende oliebron in de oceaan. Gevaarlijk naief.

En dan is er nog de toonzetting. Het is de toon van laten we het er nog eens over hebben, humanistisch positivisme van een praatgroepkarakter uit de jaren ’70. Er zit totaal geen noodzaak in. Decadent gefilosofeer, ziende blind en horende doof voor wat er op straat gebeurt.

De tegenstelling tussen Halsema (of Links) en Wilders is niet zozeer een ideeenclash, maar veel meer een toonconflict. Wilders gebruikt harde oneliners, waarvan linkse tenen gaan krommen. Het liefst zouden ze hem het zwijgen opleggen. Net als een oom die op een verjaardagsfeestje plotseling al zijn kleren uittrekt omdat het benauwd is in de kamer. Wilders doet wat iedereen zou willen doen, maar de anderen schamen zich, zijn bang dat de gastheer zich beledigd voelt, bang voor de reactie van de anderen en bang voor de waarheid. Waarom?
Omdat Halsema denkt dat de intolerantie gevoelig is voor nuance, en beledigd wordt door harde taal, zoals normaal is in een verlicht Westers land.
Wilders communceert met de Islam door de manier waarop hij spreekt, zie de reacties die hij losmaakt. Halsema communiceert niet, spreekt de taal niet, is als een stomme. 

Daarom slaat zij met de ogenschijnlijke nieuwe lijn die zij kiest in haar lezing nog geen deuk in een pakje boter. Het blijft keurige, verantwoorde Oude Politiek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten