donderdag 20 september 2012

Damesblad

Ik heb een geitenstal. Het is een satelietgebouw, zo'n 50 meter van mijn huis.
In de geitenstal wonen geen geiten. Het is een opslagplaats voor van alles.
Geiten heb ik wel gehad, maar die waren gehuisvest in de garage die niet voor auto's werd gebruikt. 6 stuks, elke ochtend om 6 uur melken. 
Geiten zijn niet goed voor je ego, zoals een hond dat wel is. Ze geven niks, behalve melk en ze blijven alleen staan als je ze een hoek in drijft. Daar zit ook geen ontwikkeling in. Je zou zeggen na 100 dagen melken weet zo'n beest een keer dat verzet geen zin heeft, maar nee. Het ritueel herhaalt zich alsof het de eerste dag is. Ze willen niks met je te maken hebben. 
Ze vraten de bloemen van mijn vrouw op. En ze poepten op het speelplaatsje van de kinderen. En als je ze wilde aaien liepen ze weg. Maar ik hield vol want de kaas die ik maakte werd goed verkocht. Pas toen mijn vrouw op een dag begon over 'jouw geiten', toen ze weer een perkje hadden kaalgevreten, toen had ik het gehad.

In de geitenstal dus zonder geiten zit een knaagdier, geen muis of rat. Iets groters. Een bunzing of een steenmarter. Het heeft een nestje gemaakt in een verhuisdoos met boeken. Het nestgoed bestaat uit papiersnippers. Het beest zal toch niet van de verscheurde werken van William Shakespeare een broedplaats hebben gemaakt? Ik pak een handje snippers, waarbij ook fotonegatieven, kussenvulsel, kindertekeningen, stukjes stof, piepschuim en uitwerpselen zitten. Ik lees de woorden 'dieet', 'glamour' en de zin 'wat past het best bij Stilton? Port.' Er valt een last van mijn schouders. Het beest heeft een damesblad vermalen. Een prima idee!

Alles van waarde

De dagen worden kouder en korter, er moeten wat planten de grond in.
Mijn zoon van 5 helpt. Ik voel hoe hij eerst nauwgezet observeert hoe ik de schop in de grond steek en het dan zelf wil doen. Hij staat op de schop en springt erop, maar de schop gaat niet de aarde in, want hij is te licht. Hij verliest zijn evenwicht en begint onverstoorbaar opnieuw.
Ik leg hem uit dat het mij wel lukt omdat ik simpelweg zwaarder ben. Geen verdienste. Toch probeert hij het weer. Hij heeft een onvoorwaardelijk geloof in wat ik doe. Mijn geloof in mijzelf is heel wat minder onvoorwaardelijk, maar dat laat ik niet merken. Ik wil zijn droom niet verstoren en voeg me naar het beeld dat hij van me heeft. Ik maak de eerste kuil en zeg hem dat hij met de schop nu de kantjes kan afsteken. Dat zal makkelijker gaan. Hij probeert en het lukt. Hij gooit de aarde ver weg van het gat om zijn voldoening kracht bij te zetten.
Het is de onvoorwaardelijke onvoorwaardelijkheid waarmee het kind de ouder vertrouwt. Alles wat van de ouder komt is goed. Zelfs de dood. Deze onverdraaglijke waarheid. De kracht van de weerloosheid zit hem in de ogen waarin de ouder zich weerspiegeld ziet. Een radeloze blik. Wat doe je nou? Ik hou toch van je? Onverdraaglijk dit vertouwen dat op niets gebaseerd is te beschamen. En daarom pompen we onszelf vol met lucht tot omnipotente ouders die zogenaamd van alles verstand hebben.

Zullen we passen, zegt de zoon. Ik knik. Hij pakt de hortensia met de kluit en laat hem in de aarde zakken. Hij past.

donderdag 13 september 2012

Regen

Het regent. Nee, het regent niet. Het hoost. Na 2 maanden droogte. De stoffige grond is ondoordringbaar. Het loopt, nee, het rent in stromen, in voren omlaag. Pas na een tijdje zal de aarde doorlaatbaar worden en het water opnemen.

Een zeeman doet na 2 jaar varen zijn voordeur open. Alles in huis is versteend. Tot stilstand gekomen. Zijn vrouw heeft op hem gewacht. Ze was vergeten hoe hij rook. Hij is ouder geworden. Als ingedroogd fruit. Ze wil dat hij vertelt. Maar hij heeft niks te zeggen. Twee jaar weg, hoe vertel je dat? Waar moet hij beginnen? Ze kijken elkaar aan. Ze herkennen elkaar. Ze hebben elkaar geschreven. Maar dit is anders. Hij heeft geschreven naar een ander dan degene die tegenover hem zit. En toch moet ze de ontvanger van zijn berichten zijn, daar is geen twijfel over mogelijk.
Als hij haar aankijkt ziet hij de middagen die zij voor het raam stond, uitkijkend over zee. Ze is nog niet aan zijn gezelschap gewend. De stilte van de kamer, de stilte van het hele huis zijn nog in haar. Zij is een zwijgen geworden. Alsof ze electrisch geladen is. Zelf zegt ze niks. Ze wil hem zien praten. Haar lichaam wankelt. Elke keer als hij terugkomt is het alsof hij is opgestaan uit de dood. Alsof hij opnieuw geboren wordt. Alles begint opnieuw. Maar het is een geboorte waar zij een herinnering aan heeft. Ze zoekt steun bij de muur. Die is koud. Dat vindt zij bemoedigend. Zij besluit hem met rust te laten. Hij is op de plek gaan staan, haar plek, waar zij naar hem zocht ver achter de horizon. Hij zoekt zichzelf. Zoals zij hem zocht. Er liggen 2 tankers voor anker. Het raam is vies. Hij wil wat eten.

Het regent. Het gutst uit de dakgoten. Er slaat een waterval langs de muren.
Het gras dat een afschuwelijke dorst gehad moet hebben zet van blijdschap een gifgroene kleur op.

donderdag 6 september 2012

Censuur

[Krzysztof Kieślowski (filmregisseur 1941-1996) is door de censor in het gebouw van de Staatstelevisie uitgenodigd om te praten over zijn nieuwe film De Rust (Spokój (1976)).
De uitnodiging is op zichzelf al een garantie dat er in de film gesneden gaat worden. De vraag is alleen wat de censor eruit wil halen. Het blijkt te gaan om de scène waarin de protagonist die net is vrijgelaten uit de gevangenis op zijn werk, een bouwplaats aankomt bij andere arbeiders die ook in de gevangenis hebben gezeten.]

Censor
Helaas moet u die scène schrappen want er bestaat een Internationaal Verdrag dat zegt dat het verboden is gevangenen in het publieke domein te werk te stellen.

Kieślowski
U kunt het schrappen of niet, maar kijkt u nu eens uit het raam. Kijkt u eens naar de trambaan. Wat ziet u daar?

Censor
Ik zie het.

Kieślowski
Werken daar mensen? Wat zijn dat voor mensen?

Censor
Gevangenen.

Kieślowski
Inderdaad, gevangenen. Dus het is niet waar dat het niet is toegestaan dat gevangenen op straat werken. Ze werken in het openbaar, dat ziet u zelf.

Censor
Natuurlijk zie ik dat met mijn eigen ogen en dat is precies de reden dat ik wil dat u die scène schrapt. Omdat het gevangenen in Polen niet is toegestaan in het publieke domein te werken. Want dat verbiedt het Internationale Verdrag.

Kieślowski
Maar ze werken dat kunt u buiten zien.

Censor
Natuurlijk zie ik dat en daarom moet u ze eruitknippen.

woensdag 5 september 2012

Indien dat mogelijk was

In de Schoollaan in Bennebroek woont een man die in Jezus gelooft. Op zijn voordeur staat 'Jezus redt'. Hij doet in antiquarisch ijzer: hekjes, tafeltjes, gereedschap, een riksja, een tractor. Alles staat uitgedragen op straat.
Ook al gelooft hij in Jezus, aardig is hij er niet van geworden. Het is een hoekig type, hij is op zijn hoede.
Hoeveel moet die tractor kosten, vraag ik. Wat heb je er voor over, vraagt hij. En daar stopt het, want ik zie mezelf nog niet op de tractor terugrijden naar Polen.
Ik doe een stap zijn winkel in die geen winkel maar een werkplaats is. Op de deur hangen oude emaille bordjes.
Op een bordje staat

Verhoogt
de
Eieropbrengst

Dirk Das

Utrecht

HOENDERMEEL

Ik vraag wat moet dat bordje kosten. Hij zegt wat heb je er voor over. Ik zeg 15 euro. Hij zegt vroeger hing er nog een ander bordje onder. Daar stond op

Met hoendermeel van Dirk Das zou
indien dat mogelijk was
de haan
nog eieren leggen gaan.

Hij zegt dat hij over mijn bod moet nadenken. Terug in de auto schrijf ik de tekst van het bordje dat er niet meer hangt snel op een papiertje.
Ik zie dat indien dat mogelijk was overbodig is.

dinsdag 4 september 2012

Hoertjes

Ooit schreef ik een stukje, eigenlijk een dialoog, omdat ik het leuk vond om het in Polen te pas en te onpas gebruikte woord 'kurwa' te illustreren. Kurwa betekent hoer en de uitspraak is koerva. Een beetje man, een Poolse macho, zo een die loopt alsof hij een scrotum van 6 kilo tussen zijn benen heeft hangen met zwaaiende armen, een kaal hoofd en een dikke buik, zo een, doorspekt zijn zinnen met het woord koerva. Maar Pools machoisme manifesteert zich ook in andere mannetjes die er minder stereotype uitzien. Qua gebruik is het equivalent aan het Nederlandse woord 'kut', een uiting van ongenoegen. Alleen dan in het kwadraat. Gebruikt een Nederlander 2 keer 'kut' in een zin, dan gaat een Pool daar ruim overheen en is in staat 4 keer koerva te gebruiken. Ook hoeft het geen ongenoegen uit te drukken, maar het kan ook een positieve spanning uitdrukken die bij een persoonlijke overwinning hoort. Als iemand de loterij heeft gewonnen zal hij ook niet zuinig zijn met het rondstrooien van het woord koerva. En nog in andere gevallen. Het woord koerva vindt overal en altijd wel een toepassing voor de stoere gebruiker.

Van mijn blog worden statistieken bijgehouden van bezoekers. Mijn stukje over koerva is de barnburner van al mijn stukjes. Ik kan ook zien wat mensen zoeken voordat ze op mijn dialoog landen: 'poolse hoer', 'kurva', 'kurwa', 'betekenis kurwa'. (Mensen uit Heemstede die hun huis laten verbouwen en links en rechts de hele tijd maar koerva horen, en mensen met andere motieven.) Het stukje heeft 1891 pageviews, terwijl het eerstvolgende in de ranglijst er 135 heeft.

Ik heb gemengde gevoelens over het succes van het stukje. Want elke dag kom ik weer het woord 'kurwa' tegen. Het perst zich door de pixels van mijn beeldscherm heen. Tussen alle literaire pretentie zit er altijd wel een hoertje. Het is net het echte leven.

(Ook dit stukje zal weer hoger scoren dan het waard is, omdat er veel hoertjes in voorkomen.)

zondag 2 september 2012

Hoop

Ik rij op de snelweg tussen Polen en Nederland. Achter mij is plotseling een open Mercedes met twee grijze hoofden erin. Als een steekvlieg zit de wagen even later naast me. In de bijrijdersstoel zit een vrouw van 75 met wild wapperend haar en een gezichtsuitdrukking alsof ze tegen een bord koudgeworden bejaardentehuissoep zit aan te hikken. Alsof ze al een eeuwigheid in de bijrijdersstoel van een Mercedes convertible zit, verveeld en leeg.
De steekvlieg schiet nu voor mij, en drukt zwarte dieseldamp uit de uitlaat.  
Dan zie ik in de roetmist de rechterarm van de vrouw omhoog gaan. Gestrekt tegen 140 kilometer per uur.
Als een demente bejaarde die na 3 jaar zwijgen plotseling 'Jezus Christus was de flikker van Johannes de Doper' uitroept terwijl iedereen in stilte zijn gele vla naar binnenlepelt.
Er is nog hoop. De arm van de vrouw probeert te genieten.