vrijdag 12 november 2010

Enige opmerkingen bij Shutter Island (2010) van Martin Scorcese

Leonardo DiCaprio speelt een rechercheur die naar psychiatrische inrichting Shutter Island gaat op zoek naar een ontsnapte patiente. Zijn omgeving echter dwingt hem in een andere richting: hem te laten geloven dat hijzelf de patient is. Als toeschouwer hoop je dat hij zich eruit vecht en bewijst dat zijn omgeving ongelijk heeft en het allemaal een groot complot is tegen hem. Dit wordt gevoed door een ontmoeting met een ontsnapte dokter die hem vertelt dat de inrichting een fabriek is van door lobotomie (hersenbesnijdenis) ongevoelig gemaakte mensen, die als geheim agenten de wereld in gestuurd worden door Amerika.
De zwakte van de film zit erin dat de met zorg opgebouwde suggestie van het complot niet waar blijkt te zijn, maar hallucinaties van de protagonist. Scorcese doet hiermee een brainfuck met zijn publiek: de plot die we dachten te bekijken is de plot niet. De code van de film wordt aan het eind van de film door Scorcese veranderd. We speelden het spel van Scorcese, maar aan het eind zegt hij ons dat we niet volgens de regels speelden. We moeten de film dus nogmaals zien, het spel nogmaals spelen, volgens de nieuwe spelregels.
Scorcese solt op deze manier op een bedenkelijke manier met zijn publiek. Te meer omdat als we inderdaad een 2e keer kijken de film plotloos blijkt te zijn, namelijk een rechte lijn naar het te grazen nemen van de protagonist (die onze sympathie heeft), geen spanning dus. En een geniaal intellectueel experiment dat spanningsloos is, verkoop je niet. Zelfs Scorcese niet.
Ook de vele hallucinatie-scenes zijn nog al ketchup-achtig en dienen plotwise bij de eerste keer kijken geen enkel doel. Ze blijken een rechtvaardiging voor de plotloze 2e kijksessie. Teveel logica voor een kunstwerk als een film.


Maar dat Scorcese onderzoek doet tijdens het bouwen aan zijn oeuvre dwingt recpect af. We kunnen hem deze bokkesprong vergeven, omdat we zijn werk kennen, weten dat zijn motieven zuiver zijn. Hij heeft wel meer dit soort reculer-pour-mieux-sauter-films gemaakt zoals The Age of Innocence (1993).
Zo bezien zien we een DiCaprio die zijn stinkende best doet en daarom overtuigt en goede ondersteunende rollen van acteersfinxen Ben Kingsley en Max von Sydow. En de scene waarin DiCaprio door een bewaker per jeep wordt teruggebracht naar de inrichting over dat de mens per definitie gewelddadig is, is een parel. Bloedstollend.



dinsdag 9 november 2010

Het arrogantiequotiënt

Stel je voor. Je staat in het midden van een leeg voetbalveld in een stadion met 10.000 toeschouwers. Je schreeuwt zo nu en dan wat tekst in de richting van de massa en elke keer reageert de massa met applaus. Na een tijdje loop je in de richting van de catacomben en je zwaait naar de menigte. Weet jij veel wie het zijn. De volgende dag doe je hetzelfde en de dagen daarop ook. Je hebt dat stadion nodig. Het geeft je een goed gevoel.

Stel je voor. Je bedrijft 'de liefde' met iemand die totaal passief is. Je moet je libido tot bedaren brengen, duikt erop, spuit jezelf leeg in je subject en gaat over tot de orde van de dag.

Op Twitter zijn er een aantal mensen met 10.000+ volgers, zonder dat ze zelf iemand volgen, of een symbolische 1. Vaak zijn deze mensen beroemd. Want geen 'onbekende' twitteraar zou met het volgen van 1 persoon wegkomen. Fuck him. Zo iemand zouden we arrogant vinden.
Maar dit zijn extremen. Er zijn ook beroemdheden die wel belangstelling hebben voor 'mindere Goden' en die een aantal mensen volgen. Deze twitteraars zijn iets minder arrogant.
Om nu te kunnen meten in welke mate een beroemdheid zich schuldig maakt aan zelfoverschatting is er het arrogantiequotiënt.

Het arrogantiequotiënt bereken je door het aantal mensen dat je volgt te delen door het aantal volgers. Als het aantal volgers groter of gelijk is aan 300, wordt dit aantal vastgesteld/teruggebracht op/tot 300. (De waarde 300 is gekozen omdat 300 twitteraars nog met redelijke aandacht te volgen zijn.) Als het aantal volgers kleiner is dan 300 (bijvoorbeeld 255), nemen we dit aantal, dus 255, in dit geval.
Als de uitkomst van het arrogantiequotiënt kleiner is dan 1 heb je een probleem. Je hebt meer volgers dan mensen die je volgt.
Heb je 10.000+ volgers, maar volg je er 300 dan scoor je 300/300=1, precies genoeg om aan arrogantie te ontkomen.

Een paar voorbeelden.
Freek de Jonge (@freekjonge) heeft meer dan 16.000 volgers. Volgens de formule wordt 16.000 teruggebracht tot 300. Grappenveteraan Freek volgt 1 persoon. 1/300=0,003. Freek is dus arrogant.
Ook Wim de Bie (@wimdebie), de Fractionele Mental Coach voor De Linkerflank, scoort abominabel. 24/300=0,08
Jelle Brandt Corstius (@jellebc), een rijzende ster aan het Linkse Universum, is nu al arrogant. Hij scoort even slecht als Haatopa Freek. 0,003.
Ook Grand Old Lady Neelie Kroes (@neeliekroeseu) is meer geinteresseerd in het poneren van haar eigen wijsheden dan dat zij wil weten wat anderen te melden hebben en scoort: 59/300=0,19. Al beter dan de ijdele heren van hierboven, maar nog steeds bedroevend.
Een willekeurige beginnend twitteraar zal zo scoren: volgt 50 mensen, wordt gevolgd door 8, scoort 50/8=6,25. Een lichtend voorbeeld van deemoed.

Wat is uw arrogantiequotiënt?

Ik wens u veel rekenplezier!

maandag 8 november 2010

Once-in-a-lifetime

Pas zag ik op youtube een interview met een leraar Engels van mijn middelbare school. Die leraar heet Lodewijk (Henri) Wiener en is behalve leraar ook schrijver. Het was de eerste keer dat ik hem terugzag na 25 jaar en aanvankelijk moest ik goed kijken of ik hem herkende. Hij was grijs en kaler geworden en had zijn kenmerkende snor niet meer. We hadden les van hem in lokaal 4 op de begane grond van het "Stedelijk" (Gymnasium) in Haarlem. Toen het filmpje begon en hij begon te praten, haalde ik opgelucht adem. Zijn stem was identiek. Nog steeds dezelfde scherpte, passie en kracht als toen. Opeens was ik 25 jaar terug in de tijd. Wiener spreekt over het verraad in het onderwijs door beleidsmakers en zijn passie voor literatuur. Wat hij zegt is ook belangrijk, maar hoe hij het zegt, de wrevel, het niet-corrupte, het onpragmatische is een feest van herkenning. Alles komt terug: de veiligheid van de school, de nieuwsgierigheid naar kennis, de wil om kennis over te dragen, de kameraadschap tussen leraar en leerlingen, het licht in het lokaal, de donkere ochtenden, de gare middagen. De les op zaterdagochtend! En de gesoigneerdheid van Wiener. Zijn gestreken overhemden, zijn te strakke broeken (altijd 'correct', nooit een spijkerbroek), zijn dassen, zijn zware metalen horloges, zijn manchetknopen (of heb ik dat verzonnen?), zijn zakelijkheid, strengheid en gevoeligheid. We wisten toen ook al dat hij schreef, maar hij gedroeg zich bijna als een anti-kunstenaar, op het droge af was hij. Correct, gedegen, maar ook mysterieus. Er was altijd afstand, maar iedereen hield van hem. Een sexy gentleman uit Zandvoort of was het Amsterdam? Dat hij hetero was stond buiten kijf, maar bij hem wist je nooit met wie hij scharrelde, of hij vader was of kinderloos. Hij had iets straks, een he-man, een womanizer, maar zonder een ranzige kant.
Dat hij er buitengewoon verzorgd uitzag moet eind jaren '70, begin jaren '80 een daad van verzet zijn geweest, want alle andere leraren liepen in easy-going kernwapenvrije jeans en zelfgebreide truien. Wiener ging volstrekt zijn eigen weg. Maar omdat hij niet arrogant was lag hij toch heel goed bij de andere leraren. Het was de enige leraar die elke les begon met: "Klas...".
Het terugzien van de passie en de vechtlust, het niet gedoofde vuur was verpletterend. Dit is één van mijn initiatoren. Hij wijdde me in in Shakespeare, Shelley, Wordsworth, Orwell en vele anderen. Zonder grote gebaren, alsof we broodjes gingen bakken, zo werden wij vertrouwd gemaakt met de grote Engelse schrijvers. En retrospectief, met wat een liefde.
Hoe zeldzaam plekken als die school, waar de tijd, de rust en de intentie bestond om te reflecteren, te leren en te groeien. Wat een rijkdom, wat een concentratie, het was once-in-a-lifetime.
Ineens wist ik het: Wiener en ik (en niet alleen ik, maar andere oud-leerlingen ook) zijn voor altijd met elkaar verbonden. Toen ik hem zag herinnerde ik mij dat hij 25 jaar met mij mee gereisd was en dat ik hem voor de rest van mijn leven mee zal dragen. Iemand die geinspireerd lesgeeft is goud waard. Wiener is zo iemand.