maandag 16 april 2012

Troost

Op de N207, richting Ringvaart, bij het stoplicht naar Hoofddorp staan de volgende mensen in hun auto te wachten.

Jan, 31 jaar, heeft zojuist te horen gekregen dat hij op zoek moet naar ander werk. Hij heeft hartkloppingen, hij zweet. Zijn vrouw kan elk moment bevallen. Hij heeft een tophypotheek. Jan weet dat sport goed is voor de gezondheid, maar is 's avonds te moe om het ene been voor het andere te zetten. Jan kijkt links omhoog.

Marion, 54 jaar, verzorgt haar moeder. Die woont in een kast van een huis. Op het huis staat 'Peeperkorn', oude bollenadel, maar haar moeder is import. Opgegroeid in Amstelveen, geboren in Polen. Ze is een trotse vrouw en is bij het ramen lappen in de rodondendrons terecht gekomen. Heup gebroken. Ze ligt in de erker en ziet de wolken boven de Noordzee. Niemand ziet haar, alleen haar dochter. De dochter kijkt links omhoog.

Dokter Osinga, huisarts. Kettingroker. Fries. Hij komt van een verplichte bijscholingscursus. Alles wat hem van zijn patiƫnten afhoudt ziet hij als verloren tijd. Het is 5 graden Celsius, maar hij heeft alle ramen open omdat hij de bijscholingscursus van zich af moet roken. Dokter Osinga weegt 54 kilo. Hij kijkt links omhoog.

Op lantaarnpalen zitten 3 prehistorische monsters hun vleugels te drogen. Het waait en de beesten moeten voortdurend hun evenwicht zoeken om te blijven staan. De schollevaren strekken hun zwarte borst ver naar voren, snavel omhoog, omarmen de westenwind.

Het stoplicht springt op groen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten