donderdag 20 september 2012

Alles van waarde

De dagen worden kouder en korter, er moeten wat planten de grond in.
Mijn zoon van 5 helpt. Ik voel hoe hij eerst nauwgezet observeert hoe ik de schop in de grond steek en het dan zelf wil doen. Hij staat op de schop en springt erop, maar de schop gaat niet de aarde in, want hij is te licht. Hij verliest zijn evenwicht en begint onverstoorbaar opnieuw.
Ik leg hem uit dat het mij wel lukt omdat ik simpelweg zwaarder ben. Geen verdienste. Toch probeert hij het weer. Hij heeft een onvoorwaardelijk geloof in wat ik doe. Mijn geloof in mijzelf is heel wat minder onvoorwaardelijk, maar dat laat ik niet merken. Ik wil zijn droom niet verstoren en voeg me naar het beeld dat hij van me heeft. Ik maak de eerste kuil en zeg hem dat hij met de schop nu de kantjes kan afsteken. Dat zal makkelijker gaan. Hij probeert en het lukt. Hij gooit de aarde ver weg van het gat om zijn voldoening kracht bij te zetten.
Het is de onvoorwaardelijke onvoorwaardelijkheid waarmee het kind de ouder vertrouwt. Alles wat van de ouder komt is goed. Zelfs de dood. Deze onverdraaglijke waarheid. De kracht van de weerloosheid zit hem in de ogen waarin de ouder zich weerspiegeld ziet. Een radeloze blik. Wat doe je nou? Ik hou toch van je? Onverdraaglijk dit vertouwen dat op niets gebaseerd is te beschamen. En daarom pompen we onszelf vol met lucht tot omnipotente ouders die zogenaamd van alles verstand hebben.

Zullen we passen, zegt de zoon. Ik knik. Hij pakt de hortensia met de kluit en laat hem in de aarde zakken. Hij past.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten