maandag 22 augustus 2011

Oz

[Naar aanleiding van de film The Wizard of Oz (1939)]

Het gordijn werd opzij getrokken en daar stond een oude man achter de knoppen te zweten. Als kleine jongen moest ik daar onbedaarlijk, ontroostbaar en schokschouderend om huilen. Waarom?

De film na zoveel jaar, en nu ik zelf kinderen heb, terugkijkend, probeer ik erachter te komen waarom ik toen op dat moment van de film door de vloer zakte. Het was diepe diepe ontroering. Ik kan me nog het gevoel herinneren van daarna. Een ervaring van absolute stilte en leegte. Een ervaring dat alles zinloos is. En dat ik er ondanks die zinloosheid ben en er iets van moet proberen te maken.

Wat lag ten grondslag aan de ontroering?
Verdriet? Nee, want het was niet treurig te weten dat er iemand aan de knoppen zat en dat het land Oz van a tot z bestuurd werd door de Tovenaar. Opluchting? Nee, hoewel het een prettige gedachte was dat de grillen van het noodlot allemaal in scene waren gezet en dat een stabiele gecontroleerde wereld zonder verrassingen in het verschiet lag. Hoewel? Hoewel? Was dit wel zo'n verbetering? Hoe dan ook dit lag niet ten grondslag aan mijn ontroering.
Medelijden. Uit medelijden? Ja. Hoe? Dat ga ik nu proberen onder woorden te brengen. Het gevoel is er, ik kan het nog terughalen. Maar waar dat gevoel vandaan kwam weet ik niet. Het is duister. Hier probeer ik licht op de zaak te krijgen. Loopt u mee?

Even voor de ontmaskering, worden Dorothy en haar vrienden nog afgesnauwd door een reusachtige projectie van de tovenaar, maar als het hondje Toto het gordijn opzij trekt, blijkt dat de tovenaar niet meer is dan een zwetende oude man die met veel kunstgrepen de illusie in stand probeert te houden van een omnipotente tovenaar. Er zit een element in van intense dankbaarheid dat iemand zich de moeite getroost om de schijn op te houden. En van herkenning en ontnuchtering dat dat hele Oz natuurlijk niet waar kon zijn en dat er iemand aan de touwtjes moest trekken. Dat het allemaal neerkomt op geploeter, gezweet en gezwoeg en dat die hele toverwereld niet bestaat.

Wat een kleine jongen allemaal niet kan voelen.
Maar ik denk dat het op het volgende neerkomt. De zwart-witte wereld in Kansas is wat Dorothy 'ziet' voordat ze geboren wordt. De storm is Dorothy's geboorte en Oz is haar leven. In haar leven heeft ze de opdracht om uit te zoeken hoe het leven in elkaar zit. Het volgen van de yellow brick road leidt naar de ontwarring van het mysterie. De ontdekking van de tovenaar van Oz is de ontrafeling van het mysterie van het leven en de kennismaking met de Schepper. Wanneer Dorothy Oz verlaat en terugkeert naar Kansas, keert ze terug naar de staat van voor haar geboorte, het continuum tussen dood en geboorte. Ze heeft haar leven gedroomd en de winst is de kennis die zij heeft verworven.

De logica van de film volgend is het 'echte' leven dus Oz, en zit er 'ergens' een Schepper achter de knoppen. Alles wat wij zien is luchtspiegeling en zinsbegoocheling georkestreerd door de Creator.

En hiermee is het antwoord voor mijn ontroering gegeven. De suggestie dat het allemaal in scene is gezet, dat er een Masterplan aan ten grondslag ligt, dat er iemand over ons waakt die tot overmaat van ramp ook maar een hulpeloos schepsel blijkt te zijn, zoals wijzelf. En die je dat niet kwalijk neemt, integendeel. Je wilt hem troosten, zoals jezelf getroost wil worden. En zo is het mysterie van het leven ontrafeld: veroordeeld zijn tot het troosten van elkaar in een wereld van duisternis.

Ik beweer hiermee niet dat ik de pretentie heb te weten dat het Universum zo in elkaar zit als hierboven beschreven. Ik hou me alleen bezig met de suggestie dat dat zo zou zijn. En dat dat ontroert.
Of het waar is of niet interesseert mij niet. Wat mij interesseert is of het een goed verhaal is. Om dat verhaal moest ik huilen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten