vrijdag 24 augustus 2012

In het gras zitten

Facebook is als de hemel (deze vergelijking heeft Karst Woudstra bedacht). Je komt plotseling mensen tegen die je jarenlang niet hebt gesproken. Het is een mooi informeel instrument om banden met mensen aan te halen die je de moeite waard vindt. Ooit raakte ik bevriend met een Georgiër in Moskou. Ik was daar met mijn regieklasje op stage (een uitwisseling) aan de Moskouse Toneelschool (ГИТИС) tijdens de Russische Dooi in het voorjaar van 1992. (Jeltsin op een tank voor het Parlementsgebouw, chaos, het verlangen naar een strakke hand.)
Ze woonden in een Komunalna, een gedeelde verdieping (gedeelde wc, douche, voordeur) met een aantal andere gezinnen in de Fadeevastraat. Aanvankelijk bleek de buurman bereid mij zijn kamer af te staan. Hij zag blijkbaar het belang in van het Westerse bezoek. Twee dagen later zag hij dat belang niet meer in en kwam ik te liggen in wat ik dacht dat een woonkamer(tje) was. Later bleek dat we met zijn drieën waren. En dan was daar nog de Georgische moeder van mijn vriend, een oude vrouw met toverkracht. Ze deed aan koffiediklezen. Ik kreeg van haar een zwarte kraal tegen het boze oog. Waar zij sliep is mij een raadsel.

Op een van de laatste avonden kwam de onvermijdelijke zuippartij. Bij mijn vriend kwam er een boel pijn naar boven (Georgiërs zijn allochtoon in Rusland) en hij begon met stoelen te gooien en koffers van de kasten te trekken. Als ik nuchter was geweest zou dit tamelijk onaangenaam zijn overgekomen, maar ik had hele andere dingen aan mijn hoofd. Ik kan slecht tegen drank en ben na 3 borrelglaasjes wodka al starnakel, om maar te zwijgen over als het met limonadeglazen tegelijk voor je wordt neergezet. Je wil de vrolijke stemming niet bederven, dus vecht je met je maag, die zoekt naar een gelegen moment om het vergif eruit te gooien.

De 3e persoon was een neef van mijn vriend en arts. Zonder patiënten waarschijnlijk, want ik heb hem niet zien werken. Op een andere avond kwam zijn vriendin, niet zijn vrouw, die zat in Georgië. Ze bleef bij hem slapen in zijn eenpersoonsbed. Toen ze dachten dat ik in slaap was gevallen begonnen ze de liefde te bedrijven op een halve meter van mijn hoofd. Ik besloot te doen alsof ik sliep, wie ben ik om iemand zijn genoegen te misgunnen. Het ging er heftig aan toe, een pornofilmregisseur had er nog een puntje aan kunnen zuigen. Af en toe draaide ik me om alsof ik een nachtmerrie had en kreunde en smakte wat. De twee versteenden, ik hoorde wat gefluister, maar even later hervonden ze hun ritme en naaiden dat de stukken eraf vlogen. Toen ze klaar waren vielen ze in slaap en ik ook.

Een half jaar later kwamen de Russen naar Amsterdam. Mijn vriend sliep bij mij op de 2e Oosterparkstraat. Het minste wat ik kon doen voor mijn vriend was hem op een avond uitnodigen in mijn ouderlijk huis in Heemstede. Ik heb daar voor het eerst op het gras gezeten. Hij deed dat en uit beleefdheid volgde ik zijn voorbeeld. Het is niet prettig om met je blote benen in het gras te zitten. Het prikt en er lopen beestjes je broekspijpen in.

En zo druppelen de herinneringen binnen als je in gesprek raakt met iemand die je in de hemel tegenkomt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten