dinsdag 27 maart 2012

Wij heten voortaan

Vanaf vandaag heten wij... arcadis, facadis, obvion, aegon, florius, yarden, fortis, menzis, dexia, samenz, selexyz. U kent het wel. Betekenisloze bedrijfsnamen die de indruk wekken van monumentaliteit en gewichtigheid. Producten van brandingbureau's die voor tonnen maanden aan het brainstormen en pitchen zijn. En bijna zonder uitzondering komen ze de laatste decennia met namen in pseudolatijn of cryptogrieks, die consumenten moeten imponeren.
Hypotheekverstrekkers, ziektekostenverzekeraars, woningcorporaties, uitvaartondernemingen. Er komt een nieuwe baas aan het hoofd van zo'n monstrum te staan dat uit zijn voegen barst van de medewerkers die er een sport van maken om zo onopvallend mogelijk de boel te saboteren. De baas krijgt geen vat op dat zootje ongeregeld en besluit de enorme winsten uit te geven aan pornofeesten voor de staf.
Je moet jezelf soms pamperen.
Ook moet er een andere naam komen. Opdat het nageslacht kan zien dat hij bestaan heeft. Zijn vrouw voedt de kinderen op en maakt er geen geheim van dat ze opgewonden wordt van de zwarte handen van de tuinman, door wie ze zich standrechtelijk, voetstoots en te pas en te onpas laat nemen. Achter het theehuis en in de holle boom.
Hij is er aan gewend dat hij alleen op zijn werk het verschil kan maken. Thuis een castraat, op zijn werk een aap. Fantasienamen die de suggestie wekken van historisch besef, verlatijnste flutsels, ontstaan in het moment van overmoed toen hij een glas water dronk in de pantry, nadat hij zijn secretaresse had geneukt die moest nablijven om zijn visie-voor-de-middellange-termijn uit te werken.
Namen die mist op je netvlies en in je hersens veroorzaken waardoor je niet meer helder kan denken en je veel te dure polissen afsluit en vastzit aan woekerhypotheken tot het eind van je leven waar je kanker van krijgt. Goed werk van de reclamebureau's, want dat was precies de bedoeling. Het kaltstellen van de consument door een naam die übervertouwen uitstraalt, het vertrouwen van een rondbuikige maffiabaas die in de hoek van zijn café zegt 'don't worry, I'll take care of you'.
De z, de x en de y-greque zijn favoriete zand-in-de-ogen-strooiers. Je kunt ze overal voor-, tussen- en achterplakken en meteen krijgt de naam 'meerwaarde': geheimzinnigheid, ongrijpbaarheid. En in plaats van dat bij de consument een belletje gaat rinkelen, gaat hij slapen, omdat hij denkt het zal wel goed zijn.

Niet dat vroeger alles beter was, maar je wist waar je aan toe was. En als je genaaid werd, wist je in elk geval door wie.
Pakhoed, Koudijs, BAM of het poëtische RijnScheldeVerolme. De tijd dat je nog een levend mens aan de telefoon kreeg en geen callcentermedewerker in Bombay die Nederlands uit een boekje heeft geleerd.

Er wordt een nieuw kantoorpand op de Zuidas uit de grond gestampt. Het bedenksel wordt in metershoge verlichte letters naar boven getakeld. Briefpapier, receptie, muren, internetsites, alles wordt aangepast aan 'de eisen van de 21e eeuw', of aan een andere obligate motivering.

De baas gaat met pensioen en rijdt met een Volvo vol kleinkinderen 20 jaar later over de Ring van Amsterdam.
Hij ziet de fopnaam die hij ooit bedacht hoog aan de hemel staan.
Heb ik ze toch mooi te pakken gehad, en tevreden neemt hij de afslag naar Utrecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten